Inleiding

Uw keel-, neus-, oorarts heeft u als behandeling van uw klachten een endoscopische sinus operatie onder lokale of onder algemene verdoving voorgesteld.

In deze brochure wordt een aantal aspecten van de ingreep en de nazorg besproken.

Als u na het lezen van de brochure nog vragen hebt, zal de arts of de verpleegkundige die graag beantwoorden.

Wij wensen u een goed verblijf in ons ziekenhuis.

 

Sinussen of neusbijholten

De sinussen, ook neusbijholten genoemd, zijn met lucht gevulde holten in de schedel die in verbinding staan met de neus. Zij zijn bekleed met een slijmvlies dat voortdurend slijm afscheidt. Het slijm wordt van de sinus naar de neus en van daar naar de keel afgevoerd.

De juiste betekenis en de rol van de neusbijholten is niet gekend. Elk mens heeft verschillen de sinussen aan beide zijden: kaaksinus (maxillair), voorhoofdsinus (frontaal), zeefbeencellen (ethmoid) en wiggebeensinus (sfenoid).

 

Klachten en behandeling

De normale werking van de sinussen kan op vele manieren worden verstoord. Dit kan te maken hebben met de bouw en/of de ontwikkeling van de neus en de neusbijholten, herhaalde infecties en ontstekingen, vorming van poliepen, allergie enz.

Hoofdpijn, druk op de kaak of boven de ogen, een constant gevoel van neusverstopping, een overvloed aan slijmen en reukstoornissen zijn enkele van de vele klachten die daarbij kunnen op treden. Ook problemen met het oor of de keel kunnen zich voordoen.

Wanneer medicamenten niet (meer) helpen, kan het nodig zijn om een operatie uit te voeren.

Het doel van de operatie is de werking van de sinussen te verbeteren door de verbindingen met de neusholte te verruimen, de aanwezige afwijkingen en het verziekt slijmvlies te verwijderen.

 

Risico’s en voorzorgsmaatregelen

De sinussen liggen tussen en onder de ogen en gedeeltelijk onder de hersenen. Vandaar dat een sinusoperatie een delicate operatie is. Steeds worden alle voorzorgen genomen.

Afhankelijk van de uitgebreidheid van de problemen, de graad van ontsteking en infectie, de toegankelijkheid, de leeftijd en de persoonlijkheid wordt de ingreep onder lokale of algemene verdoving uitgevoerd.

VERWIKKELINGEN

Hieronder volgt een richtinggevende lijst van mogelijke verwikkelingen. Deze lijst is niet volledig. Verwikkelingen zijn eerder uitzonderlijk. Ze komen bij minder dan twee procent van het totaal aantal behandelingen voor.

Neusbijholte: bloeding, reukstoornissen, infectie, gevoelsstoornissen aangezicht, enz.

Oog: lucht in oog, blauw oog, oogkas bloeding, blindheid, dubbelzien, traankanaalstoornissen, enz

Hersenen: hersenvochtlekkage, lucht in hersenen, hersenvliesontsteking, hersenabces, hersenbloeding, enz.

Algemeen: opstoot van astma, shock, overlijden enz.

 

Voorbereiding op de ingreep

U dient uw voorgeschreven medicatie verder in te nemen. Als u medicatie neemt die de bloedstolling regelt, of wanneer u geregeld aspirine neemt, dient u die minstens drie à vijf dagen te stoppen.

Wij brengen uw huisarts op de hoogte van de geplande opname en ingreep.

Meld u aan op het afgesproken tijdstip aan de onthaaldesk.

Als de ingreep onder lokale verdoving plaats heeft, mag u thuis nog een licht ontbijt gebruiken voor u naar het ziekenhuis komt.

U mag normaal tussen 17.30 uur en 18 uur het ziekenhuis verlaten. Na de ingreep mag u geen wagen besturen, het openbaar vervoer gebruiken is eveneens af te raden.

Tracht ervoor te zorgen dat u kunt worden afgehaald door een familielid of een begeleider. Het ziekenfonds voorziet in de vergoeding van één rit. Vraag hiervoor de nodige formulieren en inlichtingen bij uw ziekenfonds.

Als de ingreep onder algemene verdoving plaats heeft, dient u nuchter te zijn als u naar het ziekenhuis komt. Dit wil zeggen dat u vanaf middernacht niets meer mag eten of drinken.

Na de ingreep verblijft u een nacht in het ziekenhuis.

Tracht ervoor te zorgen dat u ‘s anderendaags kan worden afgehaald door een familielid of een begeleider. Het ziekenfonds voorziet in de vergoeding van één rit. Vraag hiervoor de nodige formulieren en inlichtingen bij uw ziekenfonds.

WAT MEENEMEN?

Uw opnamebericht, uw identiteitskaart, pantoffels en kamerjas.

Als de ingreep onder algemene narcose gebeurt, brengt u bovendien nachtkledij en toiletgerief mee voor de overnachting

WAT BRENGT U BEST NIET MEE?

Geld of waardevolle voorwerpen (u hoeft op de dag van de ingreep niets te betalen).

 

Opname

Zorg dat u er op het afgesproken uur in bent.

 

Voorbereidende zorgen, verdoving en operatie

Bij plaatselijke verdoving krijgt u als voorbereiding ongeveer drie kwartier voor de operatie een pilletje. Hierdoor zult u zich beter kunnen ontspannen.

Zodra u in de operatiezaal bent, krijgt u een infuus en maakt men de binnenzijde van de neus ongevoelig met wiekjes door middel van watjes die in de neus aangebracht worden en enkele prikjes. Dat kan even wat pijn geven. Tijdens de operatie blijft u wakker.

Bij volledige narcose krijgt u vooraf een pilletje. Zodra u in de operatiezaal bent, legt men een infuus aan, waarlangs men de slaapmedicatie inbrengt.

Tijdens de operatie werkt de chirurg met een fel licht (endoscoop). Hij gebruikt zuigers en tangetjes in de neus en de sinussen. Na de operatie wordt er geen wiek in de neus gestoken en kunt u normaal door de neus ademen.

 

Na de operatie

  • Als de ingreep onder lokale verdoving plaats heeft gehad, blijft u na de operatie nog enkele uren in het daghospitaal.
  • Als de ingreep onder algemene verdoving plaats heeft gehad, wordt u vanuit de ontwaakzaal naar de verpleegeenheid gebracht.

Na de operatie mag u zachtjes de neus snuiten en eventuele bloedrestjes wegdeppen. Houd hiervoor papieren zakdoekjes bij de hand. Wat bloedverlies is overigens volledig normaal, u snuit dit best zachtjes uit. Laat het bloed zo weinig mogelijk in de keel lopen. Doorgeslikt bloed kan zwaar op de maag liggen en neiging tot braken uitlokken.

De verpleegkundige zal enkele functies controleren zoals bloeddruk, pols, temperatuur en het zicht van de ogen.

Na de ingreep zal de verpleegkundige u uitleggen hoe u de neus en de sinussen moet spoelen met behulp van een neuskannetje. Die spoeling moet u inoefenen tijdens uw verblijf in het ziekenhuis om ze later thuis zelf viermaal per dag zonder problemen te kunnen uitvoeren.

U krijgt hiervoor een formulier met de concrete instructies mee naar huis.

U mag wel koude dranken en voedsel gebruiken, maar de eerste dag zeker geen warme maaltijd of dranken om bloedverlies te voorkomen.

WAT KUNT U NA DE OPERATIE VERWACHTEN?

Onmiddellijk na de operatie zijn de neusholten zeker nog niet genezen.

Een normaal genezingsproces duurt minstens vier tot zes weken. Na de operatie moet u minstens viermaal per dag de neus en de sinussen spoelen, medicatie nemen en komt u wekelijks op controle.

 

Gebruik van het neuskannetje

Na de operatie zult u gedurende drie weken, viermaal per dag uw neus moeten spoelen via beide neusopeningen. Wat hierna volgt is een zevenstappenplan dat u helpt om de neusspoeling correct uit te voeren.

WAT HEBT U NODIG VOOR EEN NEUSSPOELING?

  • zout
  • mineraal water
  • een soeplepel
  • een maatbeker
  • een pannetje om het water in te verwarmen / microgolf
  • een neuskannetje
  • een thermometer
  • een handdoek

Het neuskannetje: stappenplan

STAP 1:

Neem één liter mineraal water. Voeg er ongeveer 9 gram keukenzout of zeezout aan toe. 9 Gram zout is ongeveer één afgestreken soeplepel. Neemt u een anderhalveliterfles, voeg dan 13,5 gram keukenzout toe (anderhalve soeplepel).

Bewaar deze oplossing in de koelkast. Eén liter van deze oplossing is ruim voldoende voor drie neusspoelingen.

STAP 2:

Verwarm drie deciliter water tot ongeveer 37 °C. U dient het water op te warmen in een pannetje op een vuur of rechtstreeks in de neuskan in de microgolfoven. Een kleine afwijking kan geen kwaad, maar te warm of te koud water kan prikkelend en pijnlijk zijn. Controleer daarom de temperatuur met een thermometer.

STAP 3:

Giet het verwarmd water in het neuskannetje.

STAP 4:

Ga voor de lavabo zitten en bind u een hand doek voor. Houd uw hoofd licht voorover (zeker niet achterover) en licht schuin

STAP 5:

Breng het aanzetstuk van het kannetje aan de bovenliggende neusopening en kantel het kannetje zodat het water in uw neus loopt. Adem rustig in en uit langs de mond. Het water zal langs de andere neusopening naar buiten lopen. Als er water in uw keel loopt, mag u dit gerust inslikken. Dit zal na enkele spoelbeurten niet meer voorkomen.

STAP 6:

Wanneer de helft doorgelopen is, plaatst u het neuskannetje tegen de andere neusopening. Houd uw hoofd licht voorover (zeker niet achterover) en licht schuin naar de andere zijde. Breng het aanzetstuk van het kannetje aan de bovenliggende neusopening en kantel het kan netje zodat het water in uw neus loopt.

STAP 7:

Achteraf mag u uw neus voorzichtig snuiten.

Deze neusspoeling is heel belangrijk in uw genezingsproces. Een correcte opvolging van deze zeven stappen is noodzakelijk. Herhaal deze spoeling viermaal per dag gedurende drie weken

 

Ontslag uit het ziekenhuis

Als de ingreep onder lokale verdoving plaats heeft gehad, mag u het ziekenhuis verlaten tussen 17.30 uur en 18. 00 uur. Het spreekt voor zich dat u het ziekenhuis niet mag verlaten als er zich verwikkelingen voordoen. Ze komen zelden voor en kunnen zijn:

  • hevig bloeden uit de neus
  • opzwellen van het oog, dubbel zien of niets zien
  • overvloedig waterig vochtverlies uit de neus.

U mag bovendien enkel het ziekenhuis verlaten in gezelschap van een begeleider die u met de wagen naar huis brengt of u door een ambulancier laten naar huis brengen. U mag die dag zelf geen wagen besturen.

Als de ingreep onder algemene verdoving plaats heeft gehad, mag u het ziekenhuis verlaten de dag na de ingreep vanaf 11 uur.

WAT KRIJGT U MEE NAAR HUIS?

  • een neuskannetje met bijhorend instructieblad
  • voorschrift ontzwellende medicatie
  • uw huisarts wordt verwittigd via Medimail
  • afspraken voor controleraadplegingen.

DE CONTROLERAADPLEGINGEN

U krijgt afspraakdata mee voor controle raadplegingen.

 

Terug thuis

AANDACHTSPUNTEN

U dient het ziekenhuis te contacteren:

  • als u zeer hevig begint te bloeden uit de neus
  • als u oogproblemen krijgt
  • als u veel waterig vocht verliest uit de neus

ARBEIDSONBEKWAAMHEID

De arbeidsonbekwaamheid duurt meestal een tweetal weken. De meeste mensen kunnen licht werk al na enkele dagen hervatten.

Als u een attest nodig hebt, meldt u dit best aan de verpleegkundige.

BELANGRIJK

Een normaal genezingsproces duurt minstens vier tot zes weken op voorwaarde dat u de nazorg zeer stipt uitvoert:

  • spoel viermaal per dag de neus met behulp van het neuskannetje.
  • neem de medicatie Medrol 4mg dagelijks in volgens onderstaand schema:
    • dag 1 tot 4: 3 tabletten na het ontbijt
    • dag 5 tot 8: 2 tabletten na het ontbijt
    • dag 9 tot 12: 1 tablet na het ontbijt
    • vanaf dag 13:  1/2 tablet na het ontbijt

VERHINDERD?

De operatiedatum werd samen met u vastgelegd.

Als u om een of andere reden verhinderd bent of gedwongen bent de operatie uit te stellen, neemt u best zo snel mogelijk contact op. U krijgt dan een nieuwe afspraak voor een andere operatiedatum.